Het is één van de meest hardnekkige misverstanden in zadelpassen: “Lange ruiter? Dan moet je een 18-inch zadel hebben.” We komen het overal tegen. Op stal, in instructievideo’s, bij clinics – en ja, zelfs bij zadelpassers. Alsof lichaamslengte één-op-één vertaald kan worden naar een zittingmaat. Terwijl we in de praktijk keer op keer zien: dit klopt niet. Sterker nog, het zorgt regelmatig voor een zadel dat juist slechter aansluit bij de ruiter. Maar die redenering klopt niet.

Inchmaat gaat over zitvlak, niet over beenlengte

De inchmaat van een zadel geeft de afmeting van de zitting aan. Die moet passen bij de bouw van het zitvlak van de ruiter. Of iemand smal is of juist meer volume heeft.

Maar bij lange ruiters is het vaak het bovenbeen dat voor problemen zorgt – niet het achterwerk. En dus is een grotere zitting helemaal niet de logische oplossing. Sterker nog: veel ruiters met lange bovenbenen en een smalle zit gaan juist schuiven in een te groot zadel. Ze verliezen stabiliteit, raken uit balans of voelen zich simpelweg nergens ‘stevig’ in contact met het zadel.

Het echte probleem?
Er is geen ruimte voor het bovenbeen.

Je been de ruimte geven; zonder groter te gaan zitten

Lange bovenbenen zijn geen uitzondering; zeker niet in Nederland. En toch zijn veel standaardzadels nog altijd gebaseerd op één lichaamsvorm. Dat betekent dat veel ruiters concessies doen: zadel te groot, wrong in de weg, balans kwijt. Wat deze ruiters nodig hebben, is geen grotere zitting, maar een zadel dat slim is opgebouwd. Denk aan:

• zweetbladen met meer ‘tilt’ voor een natuurlijke bovenbeenligging
• wrongen die zo geplaatst zijn dat ze steun bieden zonder te blokkeren
• flapvormen die lengte toelaten, zonder de ruiter naar achteren te dwingen

Met de juiste keuzes creëer je vrijheid waar het nodig is, zónder dat je in een te grote zit hoeft te gaan zitten.

Bij Empire werken we met verschillende tilts van het zweetblad, zodat we bij dezelfde inchmaat zorgen voor meer bovenbeenruimte en een betere ondersteuning van de zit. De ruiter zit waar hij moet zitten, het been ligt waar het hoort te liggen.